Jan Dop

partner

Jan is advocaat arbeidsrecht en ondernemingsrecht

jan.dop@russell.nl
+31 20 301 55 55

Reinier Russell

managing partner

Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven

reinier.russell@russell.nl
+31 20 301 55 55

Arbeidsrecht

Legal 500 2024 | Russell Advocaten leading firmRussell Advocaten adviseert werkgevers over alle facetten van het arbeidsrecht, zowel het Nederlandse, het Europese als ook internationaal. Wij staan u bij tijdens onderhandelingen en procedures. Ook kunnen wij u van dienst zijn bij personeelsbeheer, ontslag en reorganisaties.

Wij beantwoorden graag uw vragen over:

  • arbeidsovereenkomst en -contract
  • sollicitatieprocedure en aanstelling
  • ontslag (op staande voet)
  • opzegging en beëindiging
  • concurrentie- en relatiebeding
  • social mediabeding
  • statutair bestuurder, dubbele dienstbetrekking
  • arbeidsvoorwaarden (harmonisering)
  • cao
  • reorganisatie, sociaal plan
  • overgang van onderneming
  • medezeggenschap en ondernemingsraad
  • corporate immigration, werkvergunningen
  • flexibele arbeidsrelaties, detachering, uitzendovereenkomst, payrolling
  • zzp (opdrachtrelaties)
  • begeleiding ziek personeel (arbo, UWV)
  • arbeidsomstandigheden (arbo)
  • werkgeversaansprakelijkheid
  • pensioenregeling

Heeft u als werkgever juridisch advies nodig?

Neem dan contact met ons op via +31 20 301 55 55 of per e-mail.

Wilt u meer weten over andere terreinen waarop wij werkgevers bijstaan? Bezoek dan onze pagina’s over:

Veelgestelde Vragen

Onze cliënten stellen vaak de volgende vragen. Heeft u andere vragen of wilt u een geschil aan ons voorleggen? Neem dan contact met ons op via +31 20 301 55 55 of per e-mail.

  • Einde van de arbeidsovereenkomst

    • Hoe kan ik de arbeidsovereenkomst met mijn werknemer beëindigen?

      U kunt op verschillende manieren een arbeidsovereenkomst met uw werknemer beëindigen:

    • Kan een tijdelijk contract tussentijds worden opgezegd?

      Tussentijdse opzegging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is in beginsel alleen mogelijk als dit schriftelijk is overeengekomen:

      Tussentijds opzegbeding

      Als een tussentijds opzegbeding is overeengekomen, zijn voor de werkgever de ‘gewone’ ontslagregels van toepassing. Met andere woorden: u kunt de arbeidsovereenkomst alleen tussentijds beëindigen met toestemming van het UWV, via een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter of met instemming van de werknemer. Bovendien moet de opzegtermijn in acht worden genomen. Ook uw werknemer kan de arbeidsovereenkomst tussentijds opzeggen, mits hij zich aan de opzegtermijn houdt.

      Geen tussentijds opzegbeding

      Als geen tussentijds opzegbeding is overeengekomen, kan de arbeidsovereenkomst in principe niet tussentijds worden beëindigd. Wordt desondanks tussentijds opgezegd, dan kan de niet-opzeggende partij een schadevergoeding vorderen bij de kantonrechter. Bij onrechtmatige tussentijdse opzegging door de werkgever kan de werknemer bovendien de vernietiging van deze opzegging bij de kantonrechter verzoeken.

      Zonder tussentijds opzegbeding kan het tijdelijk contract toch tussentijds worden opgezegd:

    • De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met mijn werknemer loopt bijna af. Wat moet ik doen?

      Een arbeidscontract voor bepaalde tijd eindigt in principe automatisch – zonder dat voorafgaande opzegging nodig is – op de overeengekomen einddatum.

      Uiterlijk een maand voor het einde van de overeenkomst moet u de werknemer informeren over het vervolg van de arbeidsrelatie (‘aanzegplicht’). U moet uw werknemer schriftelijk laten weten of de overeenkomst wordt voortgezet en zo ja, onder welke voorwaarden. Meldt u niet (tijdig) of de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet? Dan bent u een vergoeding aan de werknemer verschuldigd. Komt u uw aanzegplicht niet na en wordt bovendien de arbeidsovereenkomst voortgezet, dan wordt de overeenkomst geacht te zijn voortgezet voor dezelfde tijd, maar maximaal één jaar, onder dezelfde voorwaarden. U heeft overigens geen aanzegplicht bij een tijdelijk contract waarbij het einde niet op een kalenderdatum is gesteld of van minder dan zes maanden.

    • Welke vergoedingen moet ik bij ontslag aan mijn werknemer betalen?

      Transitievergoeding

      Wanneer een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd op uw initiatief, moet u aan de werknemer een transitievergoeding betalen. De hoogte van de transitievergoeding hangt af van de duur van het dienstverband en het salaris van de werknemer. In sommige gevallen hoeft u echter geen of een lagere vergoeding te betalen. In andere gevallen moet u juist een hogere transitievergoeding betalen.

      Billijke vergoeding

      Als het ontslag aan uw ernstig verwijtbaar handelen of nalaten is toe te rekenen, kan de rechter bovenop de transitievergoeding een billijke vergoeding aan de werknemer toekennen. De hoogte van de billijke vergoeding wordt bepaald door de rechter.

    • Wat zijn de uitzonderingen op de transitievergoeding?

      Soms hoeft u geen transitievergoeding te betalen of moet u een lagere of juist een hogere transitievergoeding betalen:

      Geen transitievergoeding

      U bent geen transitievergoeding verschuldigd als:

      • de werknemer jonger dan 18 jaar is en minder dan 12 uur per week werkt;
      • de arbeidsovereenkomst eindigt op of na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd;
      • het einde van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer (meestal bij ontslag op staande voet);
      • u in staat van faillissement bent verklaard, surseance van betaling aan u is verleend; of
      • op u de schuldsanering natuurlijke personen van toepassing is;
      • als in de cao een gelijkwaardige voorziening voor een transitievergoeding is opgenomen; of
      • als uw werknemer voor het einde van de tijdelijke arbeidsovereenkomst een nieuwe tijdelijke arbeidsovereenkomst heeft gekregen die binnen 6 maanden na het einde van de vorige arbeidsovereenkomst ingaat.

      Compensatieregeling transitievergoeding

      U kunt bij het UWV een compensatie aanvragen voor de betaalde transitievergoeding bij het ontslag van een werknemer die meer dan twee jaar ziek is.

    • Hoe wordt een statutair bestuurder ontslagen?

      Een statutair bestuurder wordt in beginsel ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) of door de Raad van Commissarissen (RvC).

      Vaak is de bestuurder ook werknemer van de vennootschap. Hij heeft dan een ‘dubbele rechtsbetrekking’: een arbeidsrechtelijke en een vennootschapsrechtelijke rechtsbetrekking. Het vennootschapsrechtelijke ontslag door de AVA of RvC betekent dan in principe automatisch het arbeidsrechtelijk ontslag van de bestuurder.

      Voor het ontslag van de statutair bestuurder is dus niet meer nodig dan een rechtsgeldig besluit van de AVA of RvC. Let goed op dat alle vennootschapsrechtelijke regels worden nagelopen! Worden deze regels niet gevolgd, dan kan dit leiden tot nietigheid of vernietigbaarheid van het ontslagbesluit. Ook moet er een redelijke grond voor ontslag zijn. Anders kan de bestuurder een billijke vergoeding vorderen.

      Let op: als de bestuurder binnen een concern benoemd is als statutair bestuurder van de ene onderneming en een arbeidsovereenkomst heeft met een andere onderneming geldt het bovenstaande niet! Het vennootschapsrechtelijke ontslag van de bestuurder heeft dan niet het arbeidsrechtelijk ontslag tot gevolg.

  • Vakantie en verlof

    • Op welke verloven heeft mijn werknemer recht?

      Op grond van de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) heeft de werknemer (onder omstandigheden) recht op de volgende (zorg)verloven:

      Tip: neem een overzicht van de verschillende verloven in uw personeelshandboek op.

    • Werknemers verplicht vakantiedagen laten opnemen. Mag dat?

      Werknemers zijn in principe niet verplicht om op een door de werkgever bepaald tijdstip hun vakantiedagen op te nemen. De hoofdregel voor het opnemen van vakantiedagen is dat de werkgever in dient te stemmen met een verzoek van de werknemer. Alleen indien zwaarwegende bedrijfsbelangen dit niet toestaan, mag de werkgever dit weigeren en zelf de vakantieperiode vaststellen voor de werknemer. Dit betreft in de praktijk vooral de continuïteit van het bedrijf of vaste vakantieperiodes zoals bij scholen en in de bouwvak. Sluiting vanwege de coronacrisis valt hier niet onder. Vanwege de NOW-regeling en andere steunmaatregelen van de overheid is er immers geen belang om de werknemers juist nu vakantiedagen op te laten nemen.