Jan Dop

partner

Jan is advocaat arbeidsrecht en ondernemingsrecht

jan.dop@russell.nl
+31 20 301 55 55

Wet Arbeid en Zorg: Overzicht van zorgverloven

Publicatiedatum 15 augustus 2023

Werknemers hebben op grond van de Wet Arbeid en Zorg recht op verschillende verloven. Dit zijn zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptieverlof en pleegzorgverlof, kraamverlof, ouderschapsverlof, calamiteitenverlof en kortdurend en langdurend zorgverlof. In een cao kunnen andere regels voor verlof zijn afgesproken dan in de wet staan. Omdat de werknemer recht heeft op deze verloven kan de werkgever deze slechts in zeer uitzonderlijke gevallen weigeren.

zorgverlof - social media

In de Wet Arbeid en Zorg (WAZO) is het recht van de werknemer op verschillende zorgverloven geregeld. Bovendien regelt de WAZO de condities van deze verloven (de wijze van aanvraag van het verlof, de inkomensvoorzieningen tijdens het verlof, et cetera). Doel is dat werknemers werk en privé makkelijker kunnen combineren. Het is verstandig om een overzicht van de verschillende verloven in een personeelshandboek op te nemen. Dan is voor werknemers duidelijk is waar zij aan toe zijn.

In dit artikel zullen de zorgverloven worden besproken, namelijk:

Zwangerschapsverlof en bevallingsverlof

De werkneemster heeft in verband met haar bevalling recht op minimaal 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof. Naar eigen keuze kan zij het zwangerschapsverlof laten ingaan tussen zes en vier weken (of tussen tien en acht weken in het geval van een meerling) voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Na de bevalling heeft de werkneemster recht op tien weken bevallingsverlof, vermeerderd met het aantal dagen dat het zwangerschapsverlof minder dan zes weken (of tien weken in het geval van een meerling) heeft bedragen. Na zes weken kan de werkneemster de resterende vier weken op verzoek gespreid (over maximaal 30 weken) opnemen. Als de moeder overlijdt tijdens de bevalling of het bevallingsverlof, gaat het recht op het resterende bevallingsverlof met behoud van loon over op de partner.

De werkneemster heeft een meldingsplicht. Drie weken voor het opnemen van het zwangerschapsverlof dient de werkneemster dit te melden aan de werkgever. Uiterlijk op de tweede dag na de bevalling dient de werkneemster de bevalling te melden aan de werkgever. Gedurende het zwangerschaps- en bevallingsverlof heeft de werkneemster recht op een uitkering ten laste van het UWV. Deze bedraagt 100% van het dagloon tot hoogstens het maximum dagloon.

Adoptieverlof en pleegzorgverlof

De werknemer heeft in verband met de adoptie of opname van één of meer (pleeg)kinderen recht op maximaal zes – binnen 26 weken op te nemen – aaneengesloten weken verlof. Het recht op adoptie- of pleegverlof bestaat vanaf vier weken voor de adoptie of opname. De werknemer kan op verzoek het verlof ook gespreid opnemen.

Uiterlijk drie weken voor de ingang van het verlof dient de werknemer de opname van het verlof onder opgave van reden te melden aan de werkgever. Gedurende het adoptie- of pleegverlof heeft de werknemer aanspraak op een UWV-uitkering ter hoogte van 100% van het dagloon tot hoogstens het maximum dagloon.

Kraamverlof (ook wel partner-, vaderschaps- of geboorteverlof)

De werknemer heeft na de bevalling van de partner recht op één week betaald kraamverlof. Dit moet binnen vier weken na de bevalling worden opgenomen. De werknemer moet het verlof onder opgave van reden melden bij de werkgever. Het bijwonen van de bevalling valt onder het calamiteitenverlof.

De werknemer heeft daarnaast recht op vijf weken aanvullend kraamverlof. Dit kan in de zes maanden na de bevalling kunnen worden opgenomen. Gedurende deze vijf weken heeft de partner recht op een UWV-uitkering ter hoogte van 70% van het dagloon, mits dat niet meer is dan 70% van het maximum dagloon.

Ouderschapsverlof

Voor elk kind onder de acht jaar heeft een werknemer recht op maximaal 26 keer de arbeidsduur per week onbetaald ouderschapsverlof. Bij een fulltime baan heeft een werknemer aldus recht op 26 weken verlof. De werknemer dient het voornemen om verlof op te nemen minimaal twee maanden daaraan voorafgaand schriftelijk te melden bij de werkgever. Dit verlof kan ook gespreid worden opgenomen. Deze spreiding kan de werkgever tot vier weken voor het tijdstip van ingang van het verlof wijzigen op grond van zwaarwegende bedrijfs- en dienstbelangen.

Een deel van het ouderschapsverlof is betaald verlof. Neemt de werknemer het verlof op tijdens het eerste levensjaar van het kind, dan heeft deze gedurende 9 weken recht op betaling van 70% van het loon. Dezelfde regeling geldt ook bij adoptie van een kind of opname van een pleegkind, mits het kind nog geen acht jaar oud is.

Calamiteitenverlof

De werknemer heeft recht op betaald calamiteitenverlof voor spoedeisende, onvoorziene of bijzondere persoonlijke omstandigheden. Dit zijn bijvoorbeeld de bevalling van de partner of een sterfgeval in de familie. Dit verlof moet zo snel mogelijk aan de werkgever onder opgave van reden worden gemeld.

Kortdurend zorgverlof

De werknemer kan per jaar maximaal tweemaal de arbeidsduur per week kortdurend zorgverlof opnemen voor de noodzakelijke verzorging van (onder andere) een zieke partner, kind of ouder. Deze noodzakelijkheid ziet niet alleen op de verzorging zelf, maar ook op de noodzakelijkheid dat juist deze werknemer de verzorging verleent. Dit is het geval als de werknemer de enige is die deze zorg kan geven en bijvoorbeeld niet de partner. Bij een fulltime baan komt dit neer op hoogstens twee weken.

De werknemer moet het verlof zo spoedig mogelijk onder opgave van reden, omvang, wijze van opneming en vermoedelijke duur melden bij de werkgever. Het verlof vangt niet aan of eindigt als de werkgever aangeeft daartegen een zwaarwegende bedrijfs- en dienstbelang te hebben, waarvoor het belang van de werknemer moet wijken. De werkgever betaalt gedurende dit verlof 70% van het loon, maar tenminste het wettelijke minimumloon. Bij samenloop van calamiteitenverlof en kortdurend zorgverlof eindigt het calamiteitenverlof na één dag.

Langdurend zorgverlof

Naast het kortdurend zorgverlof heeft de werknemer recht op onbetaald langdurend zorgverlof voor de (noodzakelijke) verzorging van (onder andere) een (levensbedreigend) zieke partner, kind of ouder. Het verlof bedraagt per jaar maximaal zesmaal de arbeidsduur per week, oftewel maximaal zes weken bij een fulltime baan.

Minimaal twee weken voor de ingang van het verlof moet de werknemer hiertoe een schriftelijk verzoek indienen bij de werkgever onder opgave van reden, omvang, voorgenomen duur van het verlof en de spreiding van de uren over de week. Het verzoek kan slechts geweigerd worden om zodanig zwaarwichtige bedrijfs- en dienstbelangen, dat het belang van de werknemer daarvoor moet wijken. Indien het verzoek om langdurend zorgverlof wordt ingewilligd, kan het eventueel daaraan voorafgaand kortdurend zorgverlof op verzoek van de werknemer geheel of gedeeltelijk worden aangemerkt als langdurend zorgverlof.

Let op: van de regels uit de WAZO met betrekking tot het kraamverlof, het ouderschapsverlof, het calamiteitenverlof en het kortdurend en langdurend zorgverlof kan bij cao worden afgeweken (ten voordele, maar ook ten nadele van de werknemer). Raadpleeg daarom ook de eventueel op uw bedrijf van toepassing zijnde cao.

Meer informatie?

Heeft u meer vragen over de verschillende zorgverloven en de condities waaronder een recht op deze verloven bestaat? Of wilt u in uw personeelshandboek een overzicht opnemen van de verschillende verloven die voor uw bedrijf gelden? Neem dan contact met ons op:

    Bovenstaande gegevens verwerken wij met uw toestemming, u kunt uw toestemming altijd weer intrekken. Lees ook onze privacyverklaring.