Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Op 25 juli 2018 is de herziene Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) in werking getreden. Wat zijn de belangrijkste veranderingen?
De Wwft uit 2008 heeft tot doel te voorkomen dat het financiële stelsel wordt gebruikt voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. Eén van belangrijkste maatregelen hiervoor is het cliëntenonderzoek. Vanaf 25 juli 2018 is een nieuwe versie van de Wwft inwerking getreden. De Wwft is op een aantal belangrijke punten aangescherpt.
De reikwijdte van de herziene Wwft is verruimd. Dit heeft tot gevolg dat een aantal nieuwe instellingen onder de Wwft valt.
De eerste nieuwe groep zijn de ‘grootwaardehandelaren’. Grootwaardehandelaren zijn de personen die in goederen handelen en hiervoor contante betalingen voor ontvangen. De grens lag op € 15.000,- maar is in de herziene Wwft verlaagd naar € 10.000,-. Bovendien vallen niet meer alleen de verkopers van de goederen onder de Wwft, maar ook de kopers. Zeker voor de kunsthandel zal dit zorgen voor een verzwaring van de onderzoeksplicht.
De tweede nieuwe groep instellingen zijn de aanbieders van kansspelen. Naast speelcasino’s vallen nu ook andere kansspelaanbieders onder de Wwft, zoals loterijen en speelautomatenhallen. Indien echter de aard en de omvang van de transacties van een kansspeldienst een laag risico hebben op witwassen of het financieren van terrorisme, kan de overheid deze bij ministeriële regeling geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de verplichtingen van de Wwft.
De herziene Wwft verplicht instellingen om een beoordeling van de eigen risico’s op witwassen en financieren van terrorisme op te stellen, vast te leggen en actueel te houden. Hierbij gaat het om het inventariseren en wegen van risico’s die verband houden met bepaalde cliënten, producten, of landen.
Aan de hand van de risicoanalyse kan de instelling beoordelen of zij aanvullende maatregelen moet treffen om deze risico’s te beperken. Indien zich een onacceptabel risico voordoet, moet de instelling de bestaande relatie met die cliënt beëindigen. Een voorbeeld van een onacceptabel risico is een cliënt die anoniem wenst te blijven of valse identiteitsgegevens verstrekt.
De nauwkeurigheid van een risicobeoordeling moet in verhouding staan met de grootte van de instelling. Is de instelling vrij klein en handelt deze bijvoorbeeld alleen nationaal, dan hoeft de risicobeoordeling ook niet al te ingewikkeld en geavanceerd te zijn. In ieder geval dienen instellingen met de door de EU, de Nederlandse staat en de Financial Action Task Force (FATF) geïdentificeerde risico’s rekening te houden bij het opstellen van hun risicobeoordelingen. Hiervoor kunnen zij gebruik maken van de verschillende rapporten en richtlijnen van deze organisaties.
De Wwft schrijft voor dat een instelling vóór het aangaan van een zakelijke relatie of het uitvoeren van een transactie een cliëntenonderzoek moet uitvoeren. Het cliëntenonderzoek bestaat voornamelijk uit het identificeren van de cliënt en nagaan of de opgegeven identiteit overeenkomt met de werkelijke identiteit. Verder moet de instelling nagaan of de persoon waar zij een zakelijke relatie mee aangaat, ook bevoegd is deze relatie aan te gaan.
Hiernaast moet u ook de uiteindelijk belanghebbende (ultimate benificial owner; UBO) van de relatie identificeren. Deze identificatieplicht speelt een rol wanneer u een zakelijke relatie aangaat met een rechtspersoon. De instelling moet weten welke natuurlijke persoon uiteindelijk achter deze rechtspersoon zit.
De herziene Wwft geeft de volgende definitie van een UBO: een persoon die het uiteindelijk eigendom of de uiteindelijke zeggenschap heeft in een cliënt. Ook noemt de Wwft gevallen waarbij personen in ieder geval als een UBO dienen te worden aangemerkt, zoals de natuurlijke persoon die voor meer dan 25% economisch gerechtigd is tot een B.V. of N.V. Indien geen UBO kan worden achterhaald, kan een ‘Pseudo-UBO’ worden genoteerd. Een Pseudo-UBO is een persoon behorend tot het hoger leidinggevend personeel (bijvoorbeeld een bestuurder).
De herziene Wwft noemt geen gevallen meer waarbij u met een vereenvoudigd cliëntenonderzoek kunt volstaan. U zult zelf op grond van de risicobeoordeling moeten kijken of sprake is van een bewezen laag risico. In dat geval kunt u volstaan met een vereenvoudigd cliëntenonderzoek. Geen cliëntenonderzoek doen is niet meer toegestaan.
Een verscherpt cliëntenonderzoek moet u verrichten indien een zakelijke relatie of transactie een hoger risico vertegenwoordigt. Zo moet u bij transacties met crypto’s altijd een verscherpt cliëntenonderzoek uitvoeren. Deze brengen namelijk een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme met zich mee. Ook dient een verscherpt cliëntenonderzoek plaats te vinden indien de cliënt – of de UBO van de cliënt – gevestigd is in een staat die door de Europese Commissie is aangewezen als een hoogrisicostaat, zoals Syrië.
Voorts dient een verscherpt cliëntenonderzoek plaats te vinden indien de cliënt – of de UBO van de cliënt – een ‘Politically-Exposed Person’ (PEP) is. Hieronder vallen niet alleen beroepspolitici, maar bijvoorbeeld ook een lid van het bestuur van een politieke partij of een lid van een rekenkamer van een centrale bank. Dit verscherpt onderzoek is nu ook van toepassing op binnenlandse PEPs.
Het is niet meer verplicht om een verscherpt cliëntenonderzoek uit te voeren met als enige reden dat een cliënt niet fysiek aanwezig kan zijn voor verificatie van diens identiteit. Deze identificatie mag u nu door middel van innovatieve technieken ook op afstand doen.
Wilt u meer weten over de Wwft en wat dit voor uw onderneming betekent? Wilt u weten of u de Wwft voldoende naleeft? Of wilt u dat wij een risicobeoordeling voor uw bedrijf opstellen? Neem dan contact met ons op:
In Nederland worden twee registers geïntroduceerd ter bestrijding van witwassen en belastingontduiking: het UBO-register en het Centraal aandeelhoudersregister. Daardoor kan iedereen zien wie de eigenaar is van een bedrijf.
Op 10 januari 2020 is de Vijfde Europese Anti-witwasrichtlijn in werking getreden. Voor de kunstwereld heeft dit grote gevolgen. Wat zijn de belangrijkste?
De feestdagen staan weer voor de deur, een tijd van vreugde en vrije dagen voor velen. Niet voor iedereen zijn deze dagen echter even betekenisvol.
Voordat de Ondernemingskamer een enquêteverzoek kan toewijzen, moet sprake zijn van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid of een juiste gang van zaken binnen een onderneming. Wanneer is dit het geval?
In an article in the April 2024 issue of Lady Justice, the magazine of the Women Lawyers Section of Primerus, Lisanne Meijerhof shares her passion and expertise in charity law. Why has she chosen to focus on the law of foundations and other philanthropic organizations? What legal issues should charities be aware of?
De Tweede Kamer heeft de regering verzocht een nieuwe rechtsvorm uit te werken: de rentmeestervennootschap. Deze rechtsvorm moet maatschappelijk ondernemen stimuleren door de zeggenschap over de onderneming te verleggen van de aandeelhouders naar zogenaamde rentmeesters. Wat kenmerkt een rentmeestervennootschap?