Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Esmée geeft advies over ondernemingsrecht, contracten en corporate litigation.
esmee.bootsman@russell.nl +31 20 301 55 55Turboliquidatie is een snelle manier om een rechtspersoon te beëindigen. Van de regeling werd echter ook misbruik gemaakt, waardoor schuldeisers werden benadeeld. Een nieuwe wet moet dit voorkomen. Aan welke eisen dient een turboliquidatie voortaan te voldoen? En welke mogelijkheden hebben schuldeisers om hun vorderingen te innen?
Het is mogelijk een rechtspersoon te ontbinden door een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders of de algemene ledenvergadering. Gevolg hiervan is dat de rechtspersoon moet worden geliquideerd. Dit is het geval als in de rechtspersoon nog baten beschikbaar zijn. De rechtspersoon zal dan ook achter haar naam ‘in liquidatie’ vermelden. Indien de rechtspersoon geen baten meer heeft, kan de rechtspersoon er ook voor kiezen om direct op te houden met bestaan: de turboliquidatie. Dit komt vooral voor bij de besloten vennootschap.
Bestuurders kunnen bij een turboliquidatie dus een vennootschap ‘leegtrekken’ en hem vervolgens direct ontbinden. Doordat de vennootschap per direct verdwijnt, maakt dit fraude en benadeling van schuldeisers makkelijk. Daarom geldt voor een turboliquidatie sinds november 2023 een aantal eisen, die misbruik moeten voorkomen.
Om een turboliquidatie uit te kunnen voeren moet de algemene vergadering van aandeelhouders allereerst een besluit tot ontbinding nemen. Nadat dit besluit is genomen, kunnen de bestuurders overgaan tot het opheffen van de vennootschap. Hiervoor moeten zij binnen 14 dagen na het nemen van het besluit een aantal stukken bij de Kamer van Koophandel (KvK) deponeren:
Nadat deze stukken bij de KvK zijn gedeponeerd, moet het bestuur zijn schuldeisers op de hoogte brengen van de turboliquidatie. Daarbij dient het bestuur de schuldeisers schriftelijk (per e-mail of post) te informeren dat de stukken bij de KvK zijn neergelegd en dat deze kunnen worden ingezien.
Schuldeisers hebben er belang bij dat zij worden geïnformeerd over het besluit van een rechtspersoon om per direct op te houden te bestaan. Het is immers goed mogelijk dat zij nog een inbare vordering op de vennootschap hebben. Daarom moeten de schuldeisers worden geïnformeerd over de turboliquidatie. Door de informatieplicht wordt gepoogd te voorkomen dat zij met lege handen achterblijven.
Als de informatie niet door het bestuur met de schuldeisers wordt gedeeld, kunnen zij bij de kantonrechter een procedure starten om inzage in de administratie te krijgen. De kantonrechter kan de schuldeisers machtigen om de administratie van de reeds ontbonden vennootschap in te zien.
Als schuldeisers het niet met de turboliquidatie eens zijn, hebben zij verschillende opties om alsnog hun vorderingen betaald te krijgen. Schuldeisers kunnen een heropening van de vereffening verzoeken of een faillissement aanvragen. Daarnaast kunnen zij ook de bestuurders van de vennootschap persoonlijk aansprakelijk stellen voor de geleden schade.
De wet biedt de benadeelde schuldeisers de mogelijkheid om de vereffening van de vennootschap te heropenen. Voorafgaand aan het heropenen zal een rechter eerst toetsen of een schuldeiser voldoende belang heeft bij een heropening en of de vennootschap nog baten heeft. Aangezien de schuldeiser de heropening verzoekt, moet deze bewijzen dat de vennootschap nog baten heeft. Dit kan hij doen door aan te tonen dat een bestuurder mogelijk aansprakelijk kan worden gesteld óf dat een vennootschap elders nog vorderingen of andere activa heeft. De praktijk leert echter dat het lastig is om dit aan te tonen.
Indien een rechter het verzoek tot heropening van de vereffening toewijst, zal een nieuwe vereffenaar worden aangesteld. Deze zal dan vervolgens met de nog aanwezige baten proberen de schuldeisers te voldoen.
Een andere mogelijkheid is het aanvragen van het faillissement van de reeds ontbonden vennootschap. Hiervoor moet de schuldeiser, net als bij de heropening van de vereffening, aantonen dat de vennootschap nog baten heeft. Verder moet ook aan de overige vereisten van een faillissementsaanvraag worden voldaan: er moet sprake zijn van een toestand waarbij de (ontbonden) vennootschap is opgehouden te betalen en het verzoek moet door meerdere schuldeisers worden ingediend. Als aan deze voorwaarden is voldaan, kan de rechter een faillissement van de vennootschap uitspreken. Het voordeel van het faillissement is dat een curator wordt aangesteld, die onderzoek gaat doen naar de boedel en meer verschillende mogelijkheden heeft om een schuld te innen.
Tot slot is het mogelijk om de bestuurders van de geliquideerde vennootschap in privé aansprakelijk te stellen. Voor de aansprakelijkheid van bestuurders geldt een hoge drempel, aan de bestuurders moet een persoonlijk verwijt kunnen worden gemaakt.
Bestuurders kunnen op twee gronden aansprakelijk zijn. Ten eerste als de bestuurder namens de vennootschap heeft gehandeld en de schuld aan de schuldeiser onbetaald blijft en onverhaalbaar blijkt. De bestuurder is persoonlijk aansprakelijk als hij al bij het aangaan van overeenkomst wist of moest weten dat de vennootschap niet zou nakomen en dat de vennootschap geen verhaal zou bieden.
De tweede grond is dat de bestuurder heeft gehandeld of heeft toegelaten dat de vennootschap haar verplichtingen niet nakomt, terwijl de bestuurder wist of moest weten dat het handelen van de vennootschap tot niet-nakoming zou leiden en dat de schuldeisers met lege handen achter zouden blijven. Een voorbeeld hiervan is als de bestuurder selectief slechts bepaalde bevriende schuldeisers betaalt of toelaat dat een medebestuurder de vennootschap leeg trekt.
Als een van deze gronden vast komt te staan, heeft de bestuurder onrechtmatig jegens de schuldeiser gehandeld. Het is dus van belang om aan te tonen dat de bestuurder wist of behoorde te weten dat de schuldeisers niet betaald zouden gaan worden.
Heeft u te maken met een rechtspersoon die middels de turboliquidatie is opgehouden te bestaan en is uw vordering niet betaald? Of heeft u te maken met een failliete schuldenaar? Wij geven u hier graag advies over. Ook voor andere vragen over corporate litigation kunt u bij ons terecht. Neem contact met ons op:
Wednesday 25 September 2024, Reinier Russell will discuss cybersecurity and data protection in litigation at the European meeting of the World Litigation Forum in Barcelona.
Voordat de Ondernemingskamer een enquêteverzoek kan toewijzen, moet sprake zijn van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid of een juiste gang van zaken binnen een onderneming. Wanneer is dit het geval?
In an article in the April 2024 issue of Lady Justice, the magazine of the Women Lawyers Section of Primerus, Lisanne Meijerhof shares her passion and expertise in charity law. Why has she chosen to focus on the law of foundations and other philanthropic organizations? What legal issues should charities be aware of?
De Tweede Kamer heeft de regering verzocht een nieuwe rechtsvorm uit te werken: de rentmeestervennootschap. Deze rechtsvorm moet maatschappelijk ondernemen stimuleren door de zeggenschap over de onderneming te verleggen van de aandeelhouders naar zogenaamde rentmeesters. Wat kenmerkt een rentmeestervennootschap?
Wanneer binnen een onderneming de spanningen hoog oplopen en de onderneming in gevaar dreigt te komen, kan dit een reden zijn om bij de Ondernemingskamer een enquêteverzoek in te dienen. Wie hebben recht om dit te doen?
Bij vertrek van een statutair bestuurder/aandeelhouder moet ook een eventuele participatie in de onderneming worden afgewikkeld. Dan kan discussie ontstaan over de waarde van deze participatie, afhankelijk van de vraag of de bestuurder geldt als good leaver of bad leaver. Waar moeten bedrijven en bestuurders op letten bij de uitleg van een leaverregeling?