Paul is een zeer ervaren, creatief en vasthoudend procesadvocaat
paul.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Op de valreep heeft de regering nog in 2022 haar reactie gegeven op het eerdere advies van de Commissie Collectie Nederland (Commissie-Buma). Wat zijn de voorstellen? Welke gevolgen hebben deze voor eigenaren, erfgenamen en verzamelaars van kunst?
Bij het advies van de Commissie-Buma heeft Russell Advocaten, specialisten in kunst en recht, op 17 maart 2022 enkele kritische kanttekeningen geplaatst, maar ook aangegeven dat het slechts een advies was en dat het kabinet nog met een definitief oordeel zou komen. Dat is er nu gekomen.
In de huidige situatie is er de lijst met beschermde cultuurgoederen die Nederland niet mogen verlaten uit de oude Wet tot behoud van cultuurbezit van 1984, die nu onderdeel is van de Erfgoedwet. Op deze lijst staat een beperkt aantal kunstwerken, die niet uit Nederland mogen worden uitgevoerd. Plaatsing op de lijst betekent dat die kunstwerken de facto voor een deel “onteigend” zijn. De eigenaren daarvan kunnen immers niet meer volledig vrij over hun bezit beschikken, aangezien uitvoer naar het buitenland niet is toegestaan en zij hun cultuurgoed aan de Staat moeten aanbieden indien zij willen verkopen. Dat kan grote gevolgen hebben.
De lijst blijft bestaan en er verandert dus weinig in de bestaande situatie, dit in tegenstelling tot wat de Commissie-Buma adviseerde. Hoofdargument om de lijst te handhaven is voor de regering dat onderdelen van verzamelingen door hun geringe waarde door de mazen van het komende vergunningennet zouden glippen, terwijl daarmee wel de waarde van de collectie als geheel wordt aangetast.
Plaatsing op de lijst wordt voorwaarde om in aanmerking te komen voor steun op basis van de regeling Bijdrage Beschermd Cultureel Erfgoed en de beschermde status maakt terugvordering bij diefstal makkelijker, omdat gebruik kan worden gemaakt van een Europese verordening voor teruggave van illegaal uitgevoerd beschermd cultureel erfgoed.
Wel zal de lijst worden heroverwogen door een commissie en kunnen er dus mogelijk voorwerpen en collecties van de lijst worden geschrapt. Het is nog niet helder wat de te volgen procedures zullen worden voor plaatsing op en verwijdering van de lijst en met welke maatregelen eigenaren van aangewezen cultureel erfgoed zullen worden gecompenseerd voor deze gedeeltelijke “onteigening”.
De regering wil dat voortaan voor de uitvoer van alle cultuurgoederen boven een bepaalde drempelwaarde – die nog niet bekend is gemaakt – een vergunning vereist is, ongeacht of dit naar een land binnen of buiten de EU is. Op dit moment is deze vergunning alleen voor uitvoer naar landen buiten de EU verplicht. De criteria die gehanteerd zullen worden voor het al dan niet toestaan van uitvoer uit Nederland van kunstwerken en voor plaatsing op de lijst moeten nog worden uitgewerkt door een nadere commissie. Van het advies van de Commissie-Buma om hierin ook verzamelaars en kunsthandelaren op te nemen, is niets terug te vinden, zonder nadere uitleg waarom.
Indien de uitvoervergunning geweigerd wordt, zal het betreffende kunstwerk voortaan worden geplaatst op de openbare lijst van werken die niet mogen worden uitgevoerd, dus de lijst uit de Wet tot behoud van cultuurbezit.
Een groter aantal werken kan onder de vergunningplicht gaan vallen en geplaatst worden op de lijst. De ouderdomsgrens voor de aanwijzing als cultureel erfgoed komt namelijk te vervallen, dit in tegenstelling tot het advies van de Commissie-Buma die nog een minimale ouderdom van 20 jaar voorstelde.
Daarnaast stelde de Commissie-Buma voor dat een kunstwerk ten minste 5 jaar in Nederland moet zijn, voordat het op de lijst geplaatst kan worden. Op dit moment is deze termijn nog 50 jaar, dus dit is een aanzienlijke verslechtering voor de eigenaren van deze werken, die deze cultuurgoederen zelf in Nederland hebben ingevoerd en daarmee het Nederlands cultureel erfgoed hebben verrijkt. De regering gaat in haar brief niet op deze termijn in, maar gezien het verdwijnen van de ouderdomsgrens valt te verwachten dat de termijn eerder korter dan langer zal worden dan voorgesteld. Dit stimuleert verzamelaars niet om kunstwerken in Nederland in te voeren, omdat die na een korte periode niet meer uitgevoerd mogen worden.
Betoogden wij eerder dat de verhoging van het budget van het Museaal Aankoopfonds die de Commissie-Buma voorstelde al allerminst toereikend zou zijn, zo heeft het verleden geleerd, gezien de bedragen die gemoeid waren met de aankoop van bijvoorbeeld Rembrandts Oopjen en Marten (160 miljoen euro) en De vaandeldrager (175 miljoen euro).
De staatssecretaris vindt echter zelfs de voorgestelde 25 miljoen euro per jaar nog te veel. In plaats daarvan wordt eenmalig 19 miljoen euro in het fonds gestort. Dit bedrag is echter de terugbetaling van de bijdrage uit het fonds aan de aanschaf van De Vaandeldrager van Rembrandt voor 175 miljoen euro. Bovendien wordt – tegen het advies van de Commissie-Buma in – het deel van het fonds dat gebruikt wordt voor geheel andere doeleinden, zoals garantstelling bij uitleningen en bruiklenen van musea, groter. Het budget dat beschikbaar is voor de aanschaf van kunstwerken neemt dus feitelijk af.
De enige echte voor de Collectie Nederland belangrijke verhoging is die van de Bijdrage Aankopen van het Mondriaan Fonds met in totaal 8 miljoen euro voor de komende jaren. Voor de onmisbare topstukken is dit echter niet meer dan een druppel op een gloeiende plaat. Alleen al de Rembrandts die de afgelopen jaren zijn aangekocht kostten immers 160 en 175 miljoen euro.
De beleidsbrief begint met de insteek dat particuliere verzamelaars en organisaties essentieel zijn voor de Collectie Nederland. Ook wordt gewezen op het belang van mecenaat voor het behoud van kunst en voor het functioneren van musea, maar dat is maar één facet van het verzamelen. Dat doet verwachten dat ook veel gedaan zal worden om verzamelaars te stimuleren en te ondersteunen bij de aankoop in het binnen- en buitenland èn het beheer en behoud van cultureel erfgoed. De rest van de brief maakt deze verwachting helaas nog niet waar. En dat werken niet pas na 50 jaar, maar straks na hoogstens 5 jaar na invoer in Nederland als beschermd cultuurgoed kunnen worden aangewezen zet deze opmerking in een gek daglicht.
Centraal stelt de regering namelijk slechts kennisdeling en ondersteuning. De kennisdeling bestaat vooral uit het geven van meer bekendheid aan reeds bestaande regelingen en de ondersteuning uit bijvoorbeeld het inventariseren van verzamelingen, iets dat reeds verplicht is voor beschermd cultureel erfgoed. De belangrijkste van deze steunregelingen is de Regeling Bijdrage Beschermd Cultuurgoed, die wordt uitgevoerd door het Mondriaanfonds.
Als voorbeeld kan Museum Voorlinden in Wassenaar gelden. Dat heeft een groot deel van haar collectie verworven in het buitenland en in Nederland ingevoerd en dat geldt ook voor andere Nederlandse collecties als Museum MORE en The Kremer Collection. Hoe gaat zich dat ontwikkelen met de uitvoerbeperking van 50 jaar naar 5 jaar? En welke hulp biedt de nieuwe wet deze verzamelaars die de Collectie Nederland royaal hebben verrijkt door vele kunstwerken in Nederland in te voeren, maar na 5 jaar mogen zij Nederland niet meer vrijelijk verlaten? Is dat redelijk en billijk?
Daar zegt de regering zo goed als niet over. In de brief ligt namelijk de nadruk op het behouden van kunstwerken in Nederland, maar voor een goed functionerende Collectie Nederland blijft ook de invoer van nieuwe kunst naar Nederland van groot belang, zoals de laatste jaren onder andere is gebleken uit de spraakmakende aankopen van enkele Rembrandts en ander kunstschatten door Nederlandse particulieren en musea.
De regering lijkt zich onvoldoende te realiseren dat de geplande beschermingsmaatregelen ook de invoer van cultuurgoederen zullen gaan belemmeren, doordat deze eigenaren van kunst ontmoedigen om hun bezit bloot te stellen aan de mogelijkheid van een uitvoerverbod al kort na de aanschaf ervan en derhalve zullen besluiten hun kunst niet naar Nederland te brengen, maar in het buitenland te laten.
Gezien de eenzijdige inzet op behoud in Nederland en niet ook op verwerving vanuit het buitenland en wat er voor nodig is om dat te stimuleren, en de vele onduidelijkheden over de criteria en te volgen procedures zou het dan ook goed zijn wanneer de regering deze punten spoedig zou laten concretiseren door een nieuwe commissie met daarin eigenaren, verzamelaars, musea, kunsthandelaren, internationale veilinghuizen en anderen met praktijkervaring en expertise bij het verwerven en behouden van cultureel erfgoed. Niet een adviescommissie die zich beperkt tot het opstellen van criteria, zoals de regering voorstelt, maar een derde commissie dus, na de eerdere Commissies-Pechtold en -Buma, met een bredere opdracht.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit bericht? Bent u betrokken bij een geschil over de uitvoer of invoer van een kunstwerk? Of heeft u andere vragen over kunst en recht? Neem contact met ons op:
In his interview on “Hidden Gems – Treasured artwork adds to allure of Netherlands”, Reinier Russell talks about how artworks still reflect the spirit of the Golden Age and where they can be found.
Een nieuwe verordening van de EU verplicht iedereen die cultuurgoederen in de EU wil invoeren om over een invoervergunning te beschikken of een importeursverklaring in te dienen. Wanneer is welk document nodig? En wat zijn de gevolgen hiervan voor kunsthandelaren, galeries, veilinghuizen en verzamelaars, zowel binnen als buiten de EU?
Een Afrikaans masker dat voor 150 euro was verkocht bracht op een veiling 4,2 miljoen euro op. Konden de Franse verkopers de verkoop ongedaan maken? Hoe zou deze zaak in Nederland zijn afgelopen?
Na negen jaar is er eindelijk duidelijkheid naar wie de schatten van de Krim moeten. Volgens de Hoge Raad moeten zij naar de staat Oekraïne, de eigenaar en beheerder van de archeologische voorwerpen die in 2014 in bruikleen waren gegeven aan het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Hoe is de Hoge Raad tot oordeel gekomen?
Het nieuws dat een medewerker kunst uit het British Museum zou hebben gestolen was reden voor Nieuwsuur om mr. Paul W.L. Russell te interviewen. Omdat dergelijke diefstallen vaker voorkomen is het van belang dat musea hun collectie goed beheren en beschermen. Waar moeten zij in het bijzonder op letten?
Vanaf 1 juli 2023 zijn producenten, importeurs en verkopers van nieuw textiel verantwoordelijk voor de inzameling en recycling van hun producten. Zij moeten ook melden hoe zij aan deze verplichting hebben voldaan. Waar moeten kledingproducenten, importeurs en retailers voortaan rekening mee houden?