Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Voor omzetting van een rechtspersoon zijn nodig een besluit tot omzetting, een statutenwijziging en een notariële akte tot omzetting. Vervolgens dienen de wijzigingen in het handelsregister te worden ingeschreven. Voor de omzetting van een stichting of vereniging in een vennootschap en omgekeerd gelden aanvullende eisen.
Omzetting van een rechtspersoon kan helpen de volgende zaken te realiseren:
De Nederlandse wet maakt het mogelijk om een rechtspersoon om te zetten in een andere rechtsvorm. De volgende handelingen zijn vereist bij elke omzetting:
Voor de omzetting van een NV of BV in een vereniging, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij of stichting gelden extra regels. Een daarvan is dat een aandeelhouder van de NV of BV deelnemer wordt van de nieuwe rechtspersoon, tenzij deze aandeelhouder niet instemt met de omzetting. De niet instemmende aandeelhouder kan dan schadeloosstelling vragen voor het verlies van diens aandelen.
Bij omzetting van een vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij in een NV of BV geldt juist dat ieder lid aandeelhouder wordt, tenzij deze het lidmaatschap heeft beëindigd voordat de omzetting in gang is gezet. Een lid heeft een maand de tijd om het lidmaatschap te beëindigen nadat het voornemen tot omzetting is bekendgemaakt.
Soms is er een rechterlijke machtiging vereist. Dit is het geval bij omzettingen van en in een stichting. Ook indien een NV of een BV wordt omgezet in een vereniging is er een rechterlijke machtiging vereist. De rechter kan deze machtiging onder andere weigeren indien onvoldoende rekening is gehouden met de belangen van de aandeelhouders die niet hebben ingestemd met de omzetting.
Bij omzettingen van stichtingen naar andere rechtsvormen dient u verder rekening te houden met de oorspronkelijke doelomschrijving van de stichting. Die bepaalt immers hoe het vermogen besteed mag worden. Echter, vaak zal de bestuurder het vermogen na omzetting anders willen besteden dan oorspronkelijk was beoogd. Om dat te kunnen bewerkstelligen moet de bestuurder een bepaling in de statuten van de nieuwe rechtspersoon opnemen, die dit toestaat. Hierin moet uitdrukkelijk staan dat het slechts met toestemming van de rechter is toegestaan om het vermogen te besteden aan een ander doel dan het doel dat de stichting voor de omzetting had. Met deze bepaling wordt de regeling die geldt voor de wijziging van het doel van een stichting ook van toepassing op de nieuwe rechtspersoon.
Wilt u een rechtspersoon omzetten of aanpassen en wilt u hierover advies krijgen? Of heeft u andere vragen over de inrichting en het bestuur van uw onderneming? Neem dan contact met ons op:
De feestdagen staan weer voor de deur, een tijd van vreugde en vrije dagen voor velen. Niet voor iedereen zijn deze dagen echter even betekenisvol.
Voordat de Ondernemingskamer een enquêteverzoek kan toewijzen, moet sprake zijn van gegronde redenen om te twijfelen aan een juist beleid of een juiste gang van zaken binnen een onderneming. Wanneer is dit het geval?
In an article in the April 2024 issue of Lady Justice, the magazine of the Women Lawyers Section of Primerus, Lisanne Meijerhof shares her passion and expertise in charity law. Why has she chosen to focus on the law of foundations and other philanthropic organizations? What legal issues should charities be aware of?
De Tweede Kamer heeft de regering verzocht een nieuwe rechtsvorm uit te werken: de rentmeestervennootschap. Deze rechtsvorm moet maatschappelijk ondernemen stimuleren door de zeggenschap over de onderneming te verleggen van de aandeelhouders naar zogenaamde rentmeesters. Wat kenmerkt een rentmeestervennootschap?
Wanneer binnen een onderneming de spanningen hoog oplopen en de onderneming in gevaar dreigt te komen, kan dit een reden zijn om bij de Ondernemingskamer een enquêteverzoek in te dienen. Wie hebben recht om dit te doen?
Bij vertrek van een statutair bestuurder/aandeelhouder moet ook een eventuele participatie in de onderneming worden afgewikkeld. Dan kan discussie ontstaan over de waarde van deze participatie, afhankelijk van de vraag of de bestuurder geldt als good leaver of bad leaver. Waar moeten bedrijven en bestuurders op letten bij de uitleg van een leaverregeling?