Paul is een zeer ervaren, creatief en vasthoudend procesadvocaat
paul.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Russell Advocaten heeft in de procedures die zij voerde bij de restitutiecommissie gemerkt dat de commissie steeds meer waarde ging hechten aan het belang van de huidige eigenaar. Dit is in strijd met de Washington Principles. De Commissie evaluatie restitutiebeleid geeft ons hierin gelijk in haar rapport “Streven naar rechtvaardigheid”.
7 december 2020 heeft de Commissie evaluatie restitutiebeleid cultuurgoederen Tweede Wereldoorlog haar rapport Streven naar rechtvaardigheid uitgebracht. Dit rapport is zeer kritisch over het beleid van de restitutiecommissie in de afgelopen jaren. Zo kritisch, dat de voorzitter van de restitutiecommissie, prof. mr. Fred Hammerstein, is afgetreden. Al voordat het rapport is gepresenteerd. Wat zijn de voornaamste punten van kritiek?
De belangrijkste conclusie is dat het restitutiebeleid na een goede start niet meer aan haar eigen regels voldoet. Haar taak is recht doen aan het leed van degenen die ten gevolge van oorlogsgeweld en het naziregime hun eigendommen onvrijwillig hebben verloren. De kritiek betreft met name het meewegen van het belang van de huidige eigenaar en het openbaar kunstbezit. Dit kreeg bij de verschillende wijzigingen van het reglement van de Restitutiecommissie door het Ministerie een steeds prominentere plaats.
Wij constateerden deze verschuiving al in 2009 in ons artikel “Beleidswijzigingen bij de Restitutiecommissie?”. Ook in volgende jaren zijn wij hier geregeld op teruggekomen. Zo stelden wij bijvoorbeeld in “Kunstrecht (g)een vak apart?” dat dit feitelijk inhield dat hoe waardevoller het werk, hoe kleiner de kans dat het geclaimde werk wordt teruggegeven. Zelfs als het onvrijwillig bezitsverlies door oorlogsomstandigheden betreft. Dat werd onder andere bevestigd door twee uitspraken over schilderijen van Jan van Scorel (2013) en Wassily Kandinsky (2018). In beide gevallen viel de belangenafweging in het nadeel van de erfgenamen uit.
Afgelopen vrijdag wezen wij nog op het feit dat zelfs na een bindend advies niet zeker is dat het werk inderdaad teruggegeven wordt. Het moet dan nog de procedure voor vervreemding van kunstwerken in overheidsbezit doorlopen. Daarin kan de minister het kunstwerk aanwijzen als beschermd cultuurgoed dat Nederland niet uit mag. De evaluatiecommissie stelt op pag. 28 van haar rapport terecht dat de aanwijzingsprocedure geen onderdeel mag uitmaken van het restitutiebeleid.
Duidelijk is dat de restitutiecommissie grote steken heeft laten vallen bij haar beoordeling van ingediende claims en het wezen van restitutie, namelijk recht doen aan degenen die als gevolg van het naziregime hun bezittingen verloren hebben. De evaluatiecommissie laat in het midden of dit betekent dat oude zaken opnieuw moeten worden bekeken. Dat is jammer en niet terecht.
Hierbij wreekt zich bovendien dat de restitutieprocedure geen onafhankelijke beroepsmogelijkheid kent. Zo vernietigde de Rechtbank Midden-Nederland het advies in de zaak van de Van Scorel in een door Russell Advocaten aangespannen procedure. Het gevolg was dat dezelfde Restitutiecommissie opnieuw de zaak moest bekijken. Omdat hierbij uiteraard geen ander oordeel te verwachten viel is die zaak toen niet doorgezet. Er is wel geklaagd bij de Minister, doch zonder succes! Helaas adviseert de evaluatiecommissie om geen beroepsmogelijkheid in te stellen, maar een extra ronde hoor en wederhoor voordat het concept-bindend advies definitief wordt gemaakt (p. 37).
De overige adviezen van de evaluatiecommissie betreffen vooral het weer oppakken van onderzoek naar de oorspronkelijke eigenaars van mogelijke roofkunst en verbetering van de informatie over het restitutiebeleid. Dan gaat het niet alleen om een helpdesk, maar ook om het informeren van de betrokkenen tijdens de restitutieprocedure.
Russell Advocaten procedeert al decennia over de restitutie van nazi-roofkunst aan de eigenaars en hun erfgenamen. Wilt u ondersteuning bij het indienen van een restitutieverzoek? Heeft u vragen over het restitutiebeleid? Of andere vragen over kunst en recht? Neem dan contact op met mr. Paul W.L. Russell (020-301 55 55 of artandlaw@russell.nl of via het contactformulier hieronder):
Ook als de Restitutiecommissie adviseert om roofkunst terug te geven is nog niet zeker dat het kunstwerk ook echt teruggaat naar de rechthebbenden. Het kan namelijk zijn dat het kunstwerk onvervangbaar en onmisbaar voor het Nederlands cultuurbezit is en Nederland niet uit mag.
Het onderzoek naar roofkunst in Nederlandse musea is vrijwel afgerond. Wat zijn de resultaten en hoe kunt u als erfgenaam een claim indienen?
De Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog (de Restitutiecommissie) signaleert in haar verslag over het jaar 2007 een “omslag in de publieke opinie” “waarbij het belang van het openbaar kunstbezit nadrukkelijker wordt afgewogen tegen de morele genoegdoening van een teruggave van cultuurgoederen die door de nazi’s waren ontvreemd.” In zijn bijdrage aan ‘In dienst van het recht grenzen verleggen. Liber amicorum aangeboden aan prof. mr. Gr. van der Burght’ plaatst mr. Paul W.L. Russell kanttekeningen bij deze constatering. Tevens gaat hij in op de betekenis van enkele wijzigingen in het Reglement van de Restitutiecommissie. Tot slot behandelt hij de eerste twee bindende adviezen van de Restitutiecommissie betreffende kunstvoorwerpen die zich niet in handen van de staat, maar van andere instellingen bevinden.
Het gebruik van algemene voorwaarden is niet meer weg te denken. Contractspartijen verwijzen met kleine lettertjes naar hun eigen algemene voorwaarden met daarin veelal gunstige bedingen ten behoeve van zichzelf. Maar wat is de kracht van algemene voorwaarden? En waar moet op worden gelet bij het gebruik daarvan?
In his interview on “Hidden Gems – Treasured artwork adds to allure of Netherlands”, Reinier Russell talks about how artworks still reflect the spirit of the Golden Age and where they can be found.
Een nieuwe verordening van de EU verplicht iedereen die cultuurgoederen in de EU wil invoeren om over een invoervergunning te beschikken of een importeursverklaring in te dienen. Wanneer is welk document nodig? En wat zijn de gevolgen hiervan voor kunsthandelaren, galeries, veilinghuizen en verzamelaars, zowel binnen als buiten de EU?