Paul is een zeer ervaren, creatief en vasthoudend procesadvocaat
paul.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Op 1 juli 2016 treedt de nieuwe Erfgoedwet in werking. De wet is bundelt vooral bestaande wet- en regelgeving, zoals de Wet tot behoud van cultuurbezit, maar er zijn ook aanpassingen gedaan. Wat betekent de Erfgoedwet voor verzamelaars van kunst?
De nieuwe wetgeving over de bescherming van de cultuurgoederen, de Erfgoedwet, is bijna geruisloos aangenomen. De wet treedt in werking op 1 juli 2016. Het doel van de wet is: kunst van nationaal belang in Nederland houden en beschermen. Dergelijke bescherming van cultuurbezit brengt mee dat het recht van eigenaren van kunst om vrij te handelen in kunst, ingrijpend is beperkt, ook onder de bestaande Wet behoud cultuurbezit.
De omgang met beschermde cultuurgoederen is in de nieuwe Erfgoedwet als volgt geregeld: eigenaren mogen zonder mededeling aan de Nederlandse overheid een op een lijst geplaatst “beschermd cultuurgoed” niet verkopen, in bruikleen geven of zelfs feitelijk verplaatsen. Ook na die mededeling is verkoop, bruikleen en feitelijke verplaatsing verboden. Dit is alleen anders wanneer de Overheid meldt hiertegen geen bezwaar te hebben. Zijn die bezwaren er wel, dan kan in geval van verkoop de Overheid, of een andere geïnteresseerde Nederlandse koper, het beschermde cultuurgoed kopen. Indien nodig kan dit tegen een door de rechter vastgestelde koopprijs.
Wanneer is sprake van een “beschermd cultuurgoed”? Kunst is niet goed in kwantificeerbare, objectieve maatstaven uit te drukken. De Nederlandse wetgever gebruikt hiervoor open criteria. De wet beschermt een cultuurgoed als dat “van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis is en bovendien onvervangbaar en onmisbaar”. Volgens de nieuwe Erfgoedwet verdienen ook cultuurgoederen die van “uitzonderlijke schoonheid” zijn, dezelfde bescherming.
Deze criteria zijn vrij ruim geformuleerd en kunnen een averechts effect hebben. Een kunstbezitter kan er soms maar beter voor kiezen een belangrijk kunstwerk niet in lange bruikleen te geven aan een Nederlands museum. Zo voorkomt deze dat de eigen kunstcollectie of onderdelen daarvan onvervangbaar wordt bestempeld. Daardoor kan de kunst door hem/haar of de erven niet meer eenvoudig worden verhandeld. Bij de invoering van de Wet tot behoud van cultuurbezit in 1984 hadden verschillende musea immers al belangrijke bruiklenen op de lijst geplaatst. Zo konden zij deze publiekstrekkers voor hun collectie behouden.
De nieuwe regeling naar Nederlands recht blijft voor eigenaren van beschermde cultuurgoederen een in het eigendomsrecht ingrijpende en ook waarde drukkende regeling. Tot nu toe was die regeling alleen van toepassing in uitzonderingsgevallen. De regeling geldt alleen voor kunstvoorwerpen waarvan de Nederlandse overheid heeft vastgesteld dat zij van bijzondere cultuurhistorische of wetenschappelijke betekenis zijn en bovendien onvervangbaar en onmisbaar. Met de toevoeging van het criterium “uitzonderlijke schoonheid” krijgt de Overheid een extra vrijbrief om zich te mengen in de vrije handel in kunst en die handel te blokkeren. Het criterium is voor onmisbare en onvervangbare kunstwerken op zich voldoende om het werk te beschermen. Maar schoonheid is een zeer subjectief criterium.
In ieder geval wordt het nog moeilijker voor de kunstbezitter om te voorzien of de kunst uit zijn of haar collectie zal worden bestempeld als “beschermd cultuurgoed”. Dat kan grote gevolgen hebben voor de positie van kunstbezitters in de Nederlandse kunstmarkt.
Wilt u meer weten over de nieuwe Erfgoedwet of heeft u andere vragen over kunst en recht? Dan kunt u contact opnemen met:
mr. Paul W.L. Russell (paul.russell@russell.nl).
In his interview on “Hidden Gems – Treasured artwork adds to allure of Netherlands”, Reinier Russell talks about how artworks still reflect the spirit of the Golden Age and where they can be found.
Een nieuwe verordening van de EU verplicht iedereen die cultuurgoederen in de EU wil invoeren om over een invoervergunning te beschikken of een importeursverklaring in te dienen. Wanneer is welk document nodig? En wat zijn de gevolgen hiervan voor kunsthandelaren, galeries, veilinghuizen en verzamelaars, zowel binnen als buiten de EU?
Een Afrikaans masker dat voor 150 euro was verkocht bracht op een veiling 4,2 miljoen euro op. Konden de Franse verkopers de verkoop ongedaan maken? Hoe zou deze zaak in Nederland zijn afgelopen?
Na negen jaar is er eindelijk duidelijkheid naar wie de schatten van de Krim moeten. Volgens de Hoge Raad moeten zij naar de staat Oekraïne, de eigenaar en beheerder van de archeologische voorwerpen die in 2014 in bruikleen waren gegeven aan het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Hoe is de Hoge Raad tot oordeel gekomen?
Het nieuws dat een medewerker kunst uit het British Museum zou hebben gestolen was reden voor Nieuwsuur om mr. Paul W.L. Russell te interviewen. Omdat dergelijke diefstallen vaker voorkomen is het van belang dat musea hun collectie goed beheren en beschermen. Waar moeten zij in het bijzonder op letten?
Wanneer is sprake van 230a-bedrijfsruimte en wanneer van 290-bedrijfsruimte? Wat betekenen deze termen eigenlijk? En vooral: welke gevolgen heeft dit verschil voor verhuurders en huurders van deze bedrijfsruimte?