Paul is een zeer ervaren, creatief en vasthoudend procesadvocaat
paul.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Na negen jaar is er eindelijk duidelijkheid naar wie de schatten van de Krim moeten. Volgens de Hoge Raad moeten zij naar de staat Oekraïne, de eigenaar en beheerder van de archeologische voorwerpen die in 2014 in bruikleen waren gegeven aan het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Hoe is de Hoge Raad tot oordeel gekomen?
De Hoge Raad heeft drie maanden eerder dan aangekondigd uitspraak gedaan over het goud van de Krim. Hij laat de uitspraak van het hof Amsterdam dat de Krimschatten aan Oekraïne moeten worden gegeven intact. Daarmee komt na negen jaar een eind aan de juridische strijd tussen vier musea op de Krim en de staat Oekraïne over wie eigenaar is van de archeologische voorwerpen. Met deze uitspraak volgt de Hoge Raad het advies van advocaat-generaal P. Vlas, waarover wij eerder schreven.
Het juridische gevecht over de Krimschatten begon toen Rusland in 2014 het Oekraïense schiereiland de Krim bezette. In dezelfde tijd was er in het Allard Pierson Museum de tentoonstelling “De Krim – Goud en Geheimen van de Zwarte Zee” met onder andere voorwerpen die in bruikleen waren gegeven door vier musea op de Krim.
De vraag was waar na afloop van de tentoonstelling die objecten naar toe moesten: naar de musea op de door Rusland gecontroleerde Krim of naar Oekraïne? De musea stelden dat de bruiklenen volgens de overeenkomst terug moesten naar de uitlener, naar hen dus. Oekraïne claimde de objecten als cultureel erfgoed van de staat Oekraïne en stelde dat de musea alleen beheerder waren, een beheer dat hen bovendien tijdelijk ontnomen was. Het Allard Pierson Museum hield de goederen daarom voorlopig onder zich.
Zowel Oekraïne als de uitlenende musea vorderden afgifte van de voorwerpen. De rechtbank Amsterdam wees de objecten toe aan Oekraïne. Zij waren cultureel erfgoed van de Oekraïne en doordat zij illegaal uitgevoerd waren – want niet op tijd teruggegeven – kon de staat teruggave vorderen. In hoger beroep wees het hof Amsterdam ook de objecten toe aan Oekraïne, zij het om andere redenen. De musea op de Krim waren geen eigenaar van de objecten, maar beheerden alleen dit cultureel erfgoed van Oekraïne. En dat beheer was hen ontnomen door een order van de Oekraïense overheid.
De musea op de Krim gingen daarop in cassatie tegen het oordeel van het hof Amsterdam. Dit was hun laatste kans om alsnog zelf de objecten te krijgen. Zij voerden hiertoe een groot aantal bezwaren aan. Hiervan gaat de Hoge Raad alleen in op die over de status van de order waarmee Oekraïne het beheer van de uitgeleende voorwerpen als Oekraïens cultuurbezit heeft onttrokken aan de musea.
Volgens de musea kan een fundamenteel recht als het zakelijk recht van operationeel beheer niet op basis van een tijdelijke maatregel worden opgeheven. Het eerste artikel van het eerste protocol bij het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) beschermt immers ook voor rechtspersonen het recht op ongestoord genot van hun eigendom. Ook stelden de musea dat volgens de regels die gelden voor het internationale privaatrecht de order geen regel is die voorrang heeft op hun rechten.
Met beide punten maakt de Hoge Raad in de uitspraak korte metten. Het eigendomsrecht is volgens het door de musea aangehaalde artikel niet onbeperkt. Met name staten mogen daarin ingrijpen, bijvoorbeeld in het algemeen belang of voor het heffen van belastingen. Dat het hof van mening is dat de order van Oekraïne voldoet aan de voorwaarden voor dergelijk ingrijpen is ook voldoende gemotiveerd.
Voor wat betreft de vraag of de order de status heeft van dwingend recht geeft de Hoge Raad aan dat dit deels een inhoudelijke beoordeling van Oekraïens recht vereist, waartoe hij niet bevoegd is. Wel kan de Hoge Raad beoordelen of het hof Amsterdam de juiste stappen heeft gezet om te komen tot het oordeel dat de order dwingend recht is. Dat is het geval. Daarom weegt de order zwaarder dan de afspraken in de bruikleenovereenkomsten, waarin staat dat de objecten terug moeten naar de musea op de Krim.
Op andere stellingen van de musea gaat de Hoge Raad niet in, hetzij omdat deze de uitleg van Oekraïens recht betreffen – waar de Hoge Raad dus geen oordeel over mag geven -, hetzij omdat de Hoge Raad van mening is dat de betreffende klachten niet “van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht”.
Omdat het vonnis in stand blijft, hoeft de Hoge Raad ook niet in te gaan op het incidenteel cassatieberoep van Oekraïne. Dat is vooral jammer omdat daarin werd gesteld dat sprake was van illegale uitvoer van beschermde cultuurgoederen doordat het Allard Pierson Museum de bruiklenen niet tijdig terug had gegeven, zoals eerder al de rechtbank Amsterdam had geoordeeld. Daarmee zou de procedure voor teruggave ervan onder de Erfgoedwet vallen en eenvoudiger zijn voor de uitlenende staat.
Het Allard Pierson Museum heeft nu duidelijkheid aan wie het de schatten moet teruggeven, namelijk aan Oekraïne. Zowel de rechtbank als het hof Amsterdam heeft bepaald dat Oekraïne aan het Allard Pierson Museum de kosten voor opslag en verzekering moeten betalen. Dat was eind 2016 – na twee jaar – al ruim € 110.000,-. Gezien de situatie in Oekraïne kunnen wij ons voorstellen dat die staat het geld momenteel liever aan andere prioriteiten besteedt. Misschien kan de Nederlandse regering hier nog een mooi gebaar maken?
Heeft u vragen over kunst en recht, zoals over het uitlenen van kunst, maar ook over koop en verkoop van schilderijen en sculpturen? Of wilt u een geschil over de authenticiteit of de eigendom van een kunstvoorwerp aan ons voorleggen? Wij zijn u graag van dienst, ook bij andere kwesties over kunst. Neem contact met ons op:
In his interview on “Hidden Gems – Treasured artwork adds to allure of Netherlands”, Reinier Russell talks about how artworks still reflect the spirit of the Golden Age and where they can be found.
Een nieuwe verordening van de EU verplicht iedereen die cultuurgoederen in de EU wil invoeren om over een invoervergunning te beschikken of een importeursverklaring in te dienen. Wanneer is welk document nodig? En wat zijn de gevolgen hiervan voor kunsthandelaren, galeries, veilinghuizen en verzamelaars, zowel binnen als buiten de EU?
Een Afrikaans masker dat voor 150 euro was verkocht bracht op een veiling 4,2 miljoen euro op. Konden de Franse verkopers de verkoop ongedaan maken? Hoe zou deze zaak in Nederland zijn afgelopen?
Het nieuws dat een medewerker kunst uit het British Museum zou hebben gestolen was reden voor Nieuwsuur om mr. Paul W.L. Russell te interviewen. Omdat dergelijke diefstallen vaker voorkomen is het van belang dat musea hun collectie goed beheren en beschermen. Waar moeten zij in het bijzonder op letten?
Wanneer is sprake van 230a-bedrijfsruimte en wanneer van 290-bedrijfsruimte? Wat betekenen deze termen eigenlijk? En vooral: welke gevolgen heeft dit verschil voor verhuurders en huurders van deze bedrijfsruimte?
De strijd om de Krimschatten nadert na negen jaar de ontknoping. Na het advies van de advocaat-generaal is nu de Hoge Raad aan zet om het eindoordeel in Nederland in deze kwestie te geven. Vaak volgt de Hoge Raad het advies van de A-G. Hoe luidt dit advies?