Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Veilinghuis BVA Auctions was blij met de kans om in opdracht van de Gemeente Den Helder de collectie van de bekende kunstenaar Rob Scholte te verkopen. Aan die blijdschap kwam een eind toen de 8000 werken meer dan een jaar in de opslag bleven staan, omdat de veiling steeds moest worden uitgesteld. Kon het veilinghuis de overeenkomst ontbinden? Of blokkeerde de rechter dat omdat sprake was van gerechtelijke bewaring?
In 2018 laat de Gemeente Den Helder het oude postkantoor waarin Rob Scholte woonde en zijn Rob Scholte Museum had gevestigd, met toestemming van het Hof Amsterdam ontruimen om het aan een koper te kunnen leveren. In het gebouw is ook Scholtes kunstcollectie met ruim 8000 kunstwerken aanwezig. De gemeente legt beslag op deze collectie om de kosten van de ontruiming, waarvoor 10 grote vrachtwagens nodig zijn, en de opslag te kunnen verhalen op Scholte. De collectie wordt opgeslagen in een depot.
Nadat Scholte de kans heeft gehad om de kosten te voldoen door een deel van de collectie te kopen of te verkopen, besluit de gemeente om zelf de verkoop ter hand te nemen. Om deze voor te bereiden wordt de collectie in september 2020 opgeslagen bij BVA Auctions, dat ook de verkoop via een veiling moet gaan uitvoeren.
Doordat Scholte met allerlei procedures de verkoop van zijn collectie probeert te verhinderen, moet de veiling steeds worden uitgesteld. Het veilinghuis wordt dan ook steeds ongeduldiger vanwege de oplopende opslagkosten, die niet meer, zoals het plan was, door de opcenten van de veiling kunnen worden gedekt. De gemeente is daarom bereid de opslagkosten te betalen, ook al omdat zij weet dat zij die kan verhalen op Scholte.
Voor het veilinghuis is dat niet genoeg, want het claimt ook dat het geen ruimte meer heeft. De gemeente is daar niet van overtuigd en wijst in haar reactie erop dat BVA Auctions kort daarvoor bij de NOS heeft geklaagd dat door het uitblijven van faillissementen in de coronatijd een deel van haar opslagruimte leegstaat.
Op het veilinghuis maakt dit blijkbaar geen indruk, want dat stapt naar de rechter en vordert dat 1) alle kunstwerken worden teruggenomen door de gemeente; 2) het veilinghuis niet langer de bewaarder is van de opslagen goederen (voor zover sprake zou zijn van bewaring); en 3) een dwangsom van 20.000 euro per dag met een maximum van 500.000 euro totdat de gemeente en/of de deurwaarder volledig aan het vonnis hebben voldaan.
Wat vindt de rechter van deze eisen van het veilinghuis? Zij begint haar beoordeling van de vorderingen in haar uitspraak van 8 december 2021 met de tweede vordering en met name de vraag of sprake is van gerechtelijke bewaring. Volgens de rechter is dat inderdaad het geval en dat wist het veilinghuis ook toen het de opdracht tot bewaring aannam. Dat heeft nogal wat gevolgen.
Van gerechtelijke bewaring is sprake als de rechter opdracht geeft om een roerend goed te laten bewaren door een ander dan de eigenaar. Meestal gebeurt dit in opdracht van een schuldeiser die beslag heeft gelegd en niet wil dat goederen onder beheer van een schuldenaar blijven of komen. In deze zaak was de reden daarvoor duidelijk: Scholte werkte niet mee aan de ontruiming, dus de gemeente moest zelf het pand leeghalen.
Heeft de rechter eenmaal besloten goederen in bewaring te geven, dan kan hij zelf een bewaarder aanwijzen of de keuze ook overlaten aan de deurwaarder die de inbewaringgeving uitvoert. De gerechtelijke bewaring vindt plaats onder de gebruikelijke voorwaarden die een bewaarder voor bewaarneming van goederen hanteert. Dat het voor het veilinghuis niet helemaal duidelijk was of sprake was van een opdracht tot bewaarneming dan wel een gerechtelijke bewaring is daarom niet onbegrijpelijk.
De kosten van de bewaring zijn voor rekening van degene die een zaak in bewaring heeft gegeven of een bevel tot bewaring heeft uitgelokt. Betaalt deze niet op tijd, dan kan de bewaarder aan de rechter om toestemming vragen om de bewaarde zaak te verkopen. De kosten van de bewaring mogen worden verrekend met de opbrengst van de verkoop.
Waar een gewone overeenkomst tot bewaarneming door de bewaarder opgezegd kan worden, is dat met een gerechtelijke bewaring niet mogelijk. Die kan door de bewaarder alleen worden gewijzigd of beëindigd met toestemming van de rechter. Het veilinghuis kan daarom niet eisen dat de gemeente de kunstwerken terugneemt. Als het niet langer gerechtelijk bewaarder wil zijn, moet het daarvoor een verzoek bij de rechter indienen en vragen om de aanstelling van een andere bewaarder of om opheffing van de bewaring.
Volgens de rechter is dat er geen geschikte andere bewaarder is te vinden. Het depot dat de oorspronkelijke bewaarder was, heeft geen ruimte meer en de opslag van kunst vereist bijzondere zorg, die niet zo maar willekeurig welke opslagruimte kan bieden. Daarom komt het verdergaande alternatief aan de orde: opheffing van de bewaring.
Of de gerechtelijke bewaring opgeheven kan worden, hangt af van een afweging van de belangen van het veilinghuis en van de gemeente. Die valt in het nadeel van het veilinghuis uit. De rechter is – onder verwijzing naar de eerdere publiciteit over leegstand – niet overtuigd dat het veilinghuis een tekort aan opslagruimte heeft. Ook blijkt nergens uit dat er hoge kosten moeten worden gemaakt. Bovendien heeft de gemeente alle facturen betaald en toegezegd ook de kosten van eventuele externe opslag te voldoen.
Het slecht onderbouwde belang van het veilinghuis weegt niet op tegen het belang van de gemeente om de kunstcollectie door een gespecialiseerd bedrijf te laten bewaren en deze niet nog meerdere malen te moeten laten verplaatsen voordat de veiling zal plaatsvinden. Wel krijgen partijen nog het advies mee om duidelijke afspraken te maken voor de komende periode.
Ten overvloede gaat de rechter in op de vraag wat er zou hebben gegolden indien er wel sprake was geweest van een gewone overeenkomst tot bewaarneming. Zelfs dan had het veilinghuis niet kunnen eisen dat de gemeente de kunstvoorwerpen zou terugnemen. Het was immers duidelijk dat er verschillende procedures liepen, dat Scholte het niet eens was met de executoriale verkoop en dat er pas zou kunnen worden begonnen met de veiling nadat die procedures waren afgerond. Het ligt dan ook niet aan de gemeente dat deze vertraging is ontstaan, maar aan de rechtszaken en het mislukken van een poging tot mediation. Bovendien wil de gemeente nog steeds dat de veiling zo snel mogelijk zal plaatsvinden.
Op 26 juli 2022 krijgt de gemeente van het Hof Amsterdam eindelijk de definitieve toestemming om met de executieveiling te beginnen, na weer een poging van Scholte om de verkoop te blokkeren. Vanaf 1 november kon u daarom bieden op de eerste 516 kavels uit de kunstcollectie. Op 6 december wees hetzelfde hof in een andere procedure de gemeente een kleine 450.000 euro toe als vergoeding voor de gemaakte ontruimings-, opslag- en proceskosten. Daar komen dan nog de proceskosten van andere procedures bovenop.
Let goed op bij een bewaarneming die verbonden is met een juridische procedure. Als het om gerechtelijke bewaring gaat, kunt u niet zo maar de overeenkomst opzeggen of ontbinden. Daarvoor moet u naar de rechter. Is er geen alternatief voor een nieuwe bewaarder, dan zult u moeten aantonen dat uw belang bij de opheffing van de bewaring zwaarder weegt dan dat van uw opdrachtgever.
Heeft u vragen over gerechtelijke bewaring en opslagkosten? Of heeft u een geschil over een kunstvoorwerp? De internationaal gerenommeerde specialisten kunst en recht van Russell Advocaten staan u graag bij. Neem contact met ons op:
De aandeelhoudersovereenkomst is de belangrijkste overeenkomst die tussen aandeelhouders en de vennootschap wordt gesloten. Welke zaken dient u in deze overeenkomst te regelen?
Een belangrijk voordeel van een enquêteprocedure is dat daarin snel voorzieningen kunnen worden getroffen om de onderneming te beschermen. Welke maatregelen kan de Ondernemingskamer nemen?
Een geschil tussen aandeelhouders kan tot problemen leiden binnen de onderneming. Bij een 50/50 verdeling van de aandelen kan de besluitvorming zelfs onmogelijk worden en in het ergste geval het voortbestaan van de onderneming in gevaar brengen. Hoe wordt een dergelijk geschil opgelost?
Het gebruik van algemene voorwaarden is niet meer weg te denken. Contractspartijen verwijzen met kleine lettertjes naar hun eigen algemene voorwaarden met daarin veelal gunstige bedingen ten behoeve van zichzelf. Maar wat is de kracht van algemene voorwaarden? En waar moet op worden gelet bij het gebruik daarvan?
De feestdagen staan weer voor de deur, een tijd van vreugde en vrije dagen voor velen. Niet voor iedereen zijn deze dagen echter even betekenisvol.
Wednesday 25 September 2024, Reinier Russell will discuss cybersecurity and data protection in litigation at the European meeting of the World Litigation Forum in Barcelona.