Wilt u hulp bij het opstellen of toetsen van een franchise-, distributie- of agentuurovereenkomst? Heeft u een geschil over de totstandkoming of nakoming van een dergelijk contract?
Bent u op zoek naar een goede advocaat met kennis van retail in Amsterdam?
Bel ons dan vrijblijvend op 020 301 55 55 of stuur ons een e-mail.
Onze cliënten stellen vaak de volgende vragen. Heeft u andere vragen of wilt u een geschil aan ons voorleggen? Neem dan contact met ons op via +31 20 301 55 55 of per e-mail.
De distributieovereenkomst en agentuurovereenkomst worden vaak door elkaar gehaald. Logisch, er zijn veel overeenkomsten. Toch zijn er ook een aantal belangrijke verschillen tussen distributie en agentuur:
In een distributieovereenkomst mogen partijen afspraken vastleggen over de prijs die de distributeur moet betalen voor de afname van de producten of diensten van de leverancier. Afspraken over de wederverkoopprijs (de prijs waarvoor de distributeur de producten van de leverancier verkoopt) zijn echter niet altijd geoorloofd.
De leverancier mag wel een maximale wederverkoopprijs opleggen aan de distributeur of een adviesprijs opgeven voor de wederverkoop. Afspraken over minimum- of vaste wederverkoopprijzen zijn echter verboden prijsafspraken .
Bij de beëindiging van een agentuurovereenkomst heeft de agent in principe recht op een klantenvergoeding (ook wel goodwill vergoeding genoemd). Dit is een vergoeding voor het geval de inspanningen van de agent tijdens de looptijd van de overeenkomst hebben geleid tot een uitbreiding van het klantenbestand van de principaal en deze uitbreiding de principaal na de beëindiging van de overeenkomst naar verwachting nog aanzienlijke voordelen zal opleveren.
De principaal is echter geen klantvergoeding aan de agent verschuldigd indien:
Voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst verstrekt de franchisegever vaak omzet- en winstprognoses aan de (potentiële) franchisenemer. Wanneer de voorgespiegelde verwachtingen onrealistisch blijken te zijn en de franchisenemer bij een juiste voorstelling van zaken nooit de franchiseovereenkomst zou zijn aangegaan, zal hij de schade die hij heeft geleden waarschijnlijk op de franchisegever willen verhalen.
Voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst verstrekt de franchisegever vaak omzet- en winstprognoses aan de (potentiële) franchisenemer. Wanneer de voorgespiegelde verwachtingen onrealistisch blijken te zijn en de franchisenemer bij een juiste voorstelling van zaken nooit de franchiseovereenkomst zou zijn aangegaan, zal hij de schade die hij heeft geleden waarschijnlijk op de franchisegever willen verhalen.
Als de franchisegever het onderzoek naar en de rapportage over de prognoses heeft uitbesteed aan een derde, geldt dat de franchisegever mag vertrouwen op de juistheid van de gegevens zoals verstrekt door die derde. Hij zal dan dus in principe niet aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de schade.
Naast afspraken over de hoogte van de gebruiksvergoeding/huurprijs, de duur van de overeenkomst en de wijze van beëindiging van de samenwerking, zijn er ook andere belangrijke zaken waarover de hoofdwinkelier en shop-in-shophouder afspraken dienen te maken. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan afspraken over de inrichting, het personeel en het onderhoud van de shop-in-shop.
In de pop-up store overeenkomst moet duidelijk worden vastgelegd dat deze voor minder dan twee jaar wordt aangegaan. Bij de verhuur van winkelruimte zijn namelijk in principe de regels voor (ver)huur van bedrijfsruimte van toepassing, waarbij opzegging van de overeenkomst lastig is. Dit past natuurlijk niet bij het flexibele karakter van een pop-up store, maar wanneer de huurovereenkomst wordt aangegaan voor twee jaar of korter, zijn deze regels niet van toepassing.
Naast de termijn die wordt overeengekomen voor de huur van de winkelruimte, moeten partijen bij het aangaan van de overeenkomst ook nog rekening houden met:
Het wordt nog makkelijker om in Nederland een bedrijf te starten. Vanaf 1 januari 2024 kan het oprichten van een bv geheel online. Wat verandert er?
De WHOA maakt het makkelijker voor een bedrijf dat failliet dreigt te gaan om een faillissement te voorkomen. Dat kan door een bindend akkoord met alle schuldeisers, ook als zij niet allemaal met het akkoord instemmen. Welke rechten hebben schuldeisers in de WHOA-procedure?
Op 12 juni 2023 is de nieuwe Verordening Productveiligheid in werking getreden. Per 13 december 2024 moeten producten aan deze verordening voldoen. Welke gevolgen heeft de nieuwe productveiligheidsverordening? En welke ondernemers moeten nu al maatregelen gaan nemen?