Paul is een zeer ervaren, creatief en vasthoudend procesadvocaat
paul.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Naar aanleiding van de presentatie van de rapportage “Museale verwervingen na 1933” heeft BNR Juridische Zaken Mr. Paul Russell, senior partner bij Russell Advocaten, geïnterviewd. In het gesprek gaat mr. Russell in op het restitutiebeleid in Nederland en de juridische problemen waarmee de erfgenamen van de oorspronkelijke eigenaars van roofkunst te maken krijgen wanneer zij teruggave van hun eigendom vorderen.
Russell Advocaten is al vele jaren leidend in Nederland als het gaat om advisering over kunst en recht. Sedert de jaren 1990 is daarbij de teruggave van in de Tweede Wereldoorlog geroofde kunstvoorwerpen een punt van bijzondere aandacht.
Door de Nederlandse Museumvereniging is in een project “Museale Verwervingen vanaf 1933” onderzoek gedaan naar de herkomst van alle aanwinsten vanaf 1933. In dat jaar kwamen in Duitsland de nationaalsocialisten aan de macht en begon de vervolging en confiscatie van eigendommen van Joden en andere bevolkingsgroepen. In een steeds vijandiger omgeving zagen vooral Joden zich vanaf 1933 genoodzaakt om hun kunstcollecties te verkopen,hetzij om te voorzien in hun levensonderhoud, hetzij om hun vlucht naar andere landen te bekostigen.
Niet alleen tijdens de oorlog, maar ook gedurende de jaren daarna kwamen kunstvoorwerpen uit voormalig Joods bezit via de kunsthandel, veiling en particulieren op de kunstmarkt. Na de oorlog kreeg de Nederlandse staat in Duitsland en bij collaborateurs in beslag genomen kunstwerken in beheer om aan de oorspronkelijke eigenaar te restitueren. Tot ongeveer 1954 werden kunstvoorwerpen, waar zich geen eigenaar meer voor meldde, door de Stichting Nederlands Kunstbezit en haar opvolger, het Bureau Herstelbetalings- en Recuperatiegoederen (HERGO), op veilingen verkocht. Ook musea hebben zo kunstwerken in eigendom verworven uit voormalig Joods bezit.
Uit het onderzoek dat op 29 oktober 2013 is gepresenteerd zijn 139 kunstvoorwerpen gekomen met een dubieuze herkomst.
Naar aanleiding van de presentatie van de rapportage heeft BNR Juridische Zaken Mr. Paul Russell, senior partner bij Russell Advocaten, en Johan Bosch van Rosenthal, directeur van Art Consult, geïnterviewd. In het gesprek gaat mr. Russell in op het restitutiebeleid in Nederland en de juridische problemen waarmee de erfgenamen van de oorspronkelijke eigenaars van roofkunst te maken krijgen wanneer zij teruggave van hun eigendom vorderen.
Het interview is te beluisteren via de navolgende link: https://www.bnr.nl/player/archief/20131029153422600.
In his interview on “Hidden Gems – Treasured artwork adds to allure of Netherlands”, Reinier Russell talks about how artworks still reflect the spirit of the Golden Age and where they can be found.
Een nieuwe verordening van de EU verplicht iedereen die cultuurgoederen in de EU wil invoeren om over een invoervergunning te beschikken of een importeursverklaring in te dienen. Wanneer is welk document nodig? En wat zijn de gevolgen hiervan voor kunsthandelaren, galeries, veilinghuizen en verzamelaars, zowel binnen als buiten de EU?
Een Afrikaans masker dat voor 150 euro was verkocht bracht op een veiling 4,2 miljoen euro op. Konden de Franse verkopers de verkoop ongedaan maken? Hoe zou deze zaak in Nederland zijn afgelopen?
Na negen jaar is er eindelijk duidelijkheid naar wie de schatten van de Krim moeten. Volgens de Hoge Raad moeten zij naar de staat Oekraïne, de eigenaar en beheerder van de archeologische voorwerpen die in 2014 in bruikleen waren gegeven aan het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Hoe is de Hoge Raad tot oordeel gekomen?
Het nieuws dat een medewerker kunst uit het British Museum zou hebben gestolen was reden voor Nieuwsuur om mr. Paul W.L. Russell te interviewen. Omdat dergelijke diefstallen vaker voorkomen is het van belang dat musea hun collectie goed beheren en beschermen. Waar moeten zij in het bijzonder op letten?
Wanneer is sprake van 230a-bedrijfsruimte en wanneer van 290-bedrijfsruimte? Wat betekenen deze termen eigenlijk? En vooral: welke gevolgen heeft dit verschil voor verhuurders en huurders van deze bedrijfsruimte?