Paul is een zeer ervaren, creatief en vasthoudend procesadvocaat
paul.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Een nieuwe verordening van de EU verplicht iedereen die cultuurgoederen in de EU wil invoeren om over een invoervergunning te beschikken of een importeursverklaring in te dienen. Wanneer is welk document nodig? En wat zijn de gevolgen hiervan voor kunsthandelaren, galeries, veilinghuizen en verzamelaars, zowel binnen als buiten de EU?
Cultuurgoederen worden geregeld gebruikt voor de financiering van terrorisme. Dit is aanleiding voor de EU om de invoer van dergelijke cultuurgoederen te voorkomen met wetgeving. Daarom bevat bijvoorbeeld de Vijfde Europese Anti-witwasrichtlijn ook bepalingen over de kunsthandel.
Daarnaast is er nu de EU-verordening betreffende het binnenbrengen en de invoer van cultuurgoederen. Deze verbiedt de illegale invoer, maar heeft op dit moment nog geen actieve procedure voor de controle hierop. De regeling dat voor bepaalde soorten cultuurgoederen een invoervergunning of een importverklaring vereist is, geldt namelijk nog niet. Deze documenten worden uiterlijk 28 juni 2025 verplicht, maar mogelijk ook eerder als het gecentraliseerde Europese registratiesysteem operationeel zal zijn.
De invoervergunning is vereist voor archeologische voorwerpen en delen van historische monumenten van meer dan 250 jaar oud, ongeacht hun waarde. Een speciaal aandachtspunt voor de kunsthandel is dat hiertoe uitdrukkelijk ook liturgische iconen worden gerekend.
Een invoervergunning wordt alleen verleend als de importeur kan aantonen dat het cultuurgoed legaal is uitgevoerd uit het land waar het is gemaakt of ontdekt, bijvoorbeeld door het overleggen van een uitvoervergunning. Is het land van vervaardiging of ontdekking niet bekend of is het cultuurgoed al voor 24 april 1972 uitgevoerd, dan is het voldoende als bewezen kan worden dat het cultuurgoed tenminste vijf jaar legaal in een land is geweest. Kunnen de bewijsstukken niet worden overgelegd, dan zal geen invoervergunning worden verleend.
De importeursverklaring is verplicht bij de meeste overige cultuurgoederen die ouder zijn dan 200 jaar en een waarde hebben van ten minste EUR 18.000. Voor de kunsthandel zal dit in de praktijk de meest voorkomende verplichting zijn.
De importeursverklaring is een verklaring van de houder van de cultuurgoederen dat deze legaal zijn uitgevoerd uit het land waar zij zijn vervaardigd of ontdekt. Is het land van vervaardiging of ontdekking niet bekend of is het cultuurgoed al voor 24 april 1972 uitgevoerd, dan is het voldoende dat het cultuurgoed tenminste vijf jaar legaal in een land is geweest. De importeur hoeft geen bewijsstukken te overleggen bij de verklaring, maar dient wel over deze stukken te beschikken. En deze op verzoek van de douane te kunnen overleggen.
De invoervergunning en de importeursverklaring zijn niet vereist voor cultuurgoederen die:
Voor de kunsthandel betekent dit dat de provenance van kunstwerken nog belangrijker wordt dan zij nu al is. Deze is dus niet alleen nodig in verband met de authenticiteit van een kunstwerk of om de rechtmatige eigendom aan te tonen. Zonder een goede provenance is invoer in de EU onmogelijk. Zelfs als een werk te goeder trouw is gekocht en de koper niets aan het ontbreken van bewijsstukken over herkomst kan doen. Bijvoorbeeld omdat een werk op een veiling is gekocht en de voorgaande eigenaar anoniem is gebleven of een werk al zo lang in de familie is dat relevante bewijsstukken, als die er al waren, zijn verdwenen.
Hoewel de verordening de meeste impact zal hebben voor de kunsthandel binnen de EU, zullen ook kunsthandelaren, galeries en veilinghuizen buiten de EU hier mee te maken hebben als zij zich ook op de kunstmarkt in de EU richten. Het risico voor het niet verkrijgen van een invoervergunning of het niet kunnen onderbouwen van de importeursverklaring ligt weliswaar bij de invoerder, maar ook de verkopers moeten er rekening mee houden dat oplettende potentiële kopers uit de EU zullen afzien van de koop als zij weten dat invoer niet mogelijk is.
De verordening geldt voor alle vormen van invoer, dus niet alleen voor de professionele kunsthandel. Ook particuliere verzamelaars hebben hiermee te maken als zij een kunstwerk kopen op een veiling of in een galerie buiten de EU. Bovendien krijgen zij met de invoerregels te maken bij verhuizing naar de EU. Kan de verzamelaar niet bewijzen dat de voorwerpen legaal zijn verkregen, dan wordt het lastig om de verzameling mee te verhuizen.
Heeft u vragen over de nieuwe verordening? Wilt u bijvoorbeeld weten voor welke cultuurgoederen een invoergunning of een importeursverklaring vereist is? Of welke bewijsstukken door de douane worden geaccepteerd? Wij geven u graag advies hierover. Ook bij andere geschillen over kunst, bijvoorbeeld over de authenticiteit van kunstwerken, kunt u een beroep doen op de specialisten kunst en recht van Russell Advocaten. Neem contact met ons op:
In his interview on “Hidden Gems – Treasured artwork adds to allure of Netherlands”, Reinier Russell talks about how artworks still reflect the spirit of the Golden Age and where they can be found.
Een Afrikaans masker dat voor 150 euro was verkocht bracht op een veiling 4,2 miljoen euro op. Konden de Franse verkopers de verkoop ongedaan maken? Hoe zou deze zaak in Nederland zijn afgelopen?
Na negen jaar is er eindelijk duidelijkheid naar wie de schatten van de Krim moeten. Volgens de Hoge Raad moeten zij naar de staat Oekraïne, de eigenaar en beheerder van de archeologische voorwerpen die in 2014 in bruikleen waren gegeven aan het Allard Pierson Museum in Amsterdam. Hoe is de Hoge Raad tot oordeel gekomen?
Het nieuws dat een medewerker kunst uit het British Museum zou hebben gestolen was reden voor Nieuwsuur om mr. Paul W.L. Russell te interviewen. Omdat dergelijke diefstallen vaker voorkomen is het van belang dat musea hun collectie goed beheren en beschermen. Waar moeten zij in het bijzonder op letten?
Vanaf 1 juli 2023 zijn producenten, importeurs en verkopers van nieuw textiel verantwoordelijk voor de inzameling en recycling van hun producten. Zij moeten ook melden hoe zij aan deze verplichting hebben voldaan. Waar moeten kledingproducenten, importeurs en retailers voortaan rekening mee houden?
Wanneer is sprake van 230a-bedrijfsruimte en wanneer van 290-bedrijfsruimte? Wat betekenen deze termen eigenlijk? En vooral: welke gevolgen heeft dit verschil voor verhuurders en huurders van deze bedrijfsruimte?