Reinier adviseert nationale en internationale bedrijven
reinier.russell@russell.nl +31 20 301 55 55Esmée geeft advies over ondernemingsrecht, contracten en corporate litigation.
esmee.bootsman@russell.nl +31 20 301 55 55Vanaf 1 juli 2023 zijn producenten, importeurs en verkopers van nieuw textiel verantwoordelijk voor de inzameling en recycling van hun producten. Zij moeten ook melden hoe zij aan deze uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) hebben voldaan. Waar moeten kledingproducenten, importeurs en retailers voortaan rekening mee houden?
Op 1 juli 2023 treedt het Besluit uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor textiel in werking. Dit maakt producenten en importeurs maar ook retailers en merken in de textielindustrie medeverantwoordelijk voor het afvalbeheer van de producten die zij op de markt brengen. Dit wordt ook wel producentenverantwoordelijkheid genoemd. Deze wetgeving geldt voor alle partijen die kleding op de Nederlandse markt brengen.
De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) is een belangrijke stap naar een circulaire keten in de textielindustrie, waarbij textiel beter gerecycled en meer hergebruikt wordt. Dit vraagt veel inspanning van alle betrokkenen. Daarom voert het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de UPV in.
Producenten van consumentenkleding, bedlinnen, tafellinnen, huishoudlinnen en bedrijfskleding die een product voor het eerst in Nederland aanbieden zijn vanaf 1 juli 2023 verantwoordelijk voor de inzameling, recycling, het hergebruik en de afvalfase van de producten die zij op de markt brengen. Tot op heden waren gemeenten verantwoordelijk voor het inzamelen van de afgedankte kleding/textiel van de inwoners. Na 1 juli 2023 dragen de producenten van textiel deze verantwoordelijkheid. Als producenten worden gezien de bedrijven die de textielproducten voor het eerst op de markt brengen. Dit kunnen dus zowel merken, producenten als retailers zijn.
Ook buiten Nederland gevestigde producenten van textiel (waaronder online aanbieders) vallen onder de UPV indien zij textiel leveren in Nederland. Zij zijn verplicht om een in Nederland gevestigde (rechts)persoon aan te wijzen als gemachtigd vertegenwoordiger. Deze vertegenwoordiger zorgt ervoor dat de producent aan zijn verplichtingen onder de UPV voldoet.
Wanneer u op 1 juli 2023 nieuw textiel (met name kleding en huishoudtextiel) op de markt aanbiedt, dan moet u dit vanaf 1 juli en voor 12 augustus 2023 melden via een formulier op de website van de overheid. Hierbij dienen producenten aan te geven hoeveel textiel en van welk type zij in de komende twaalf maanden verwachten op de markt te brengen. Ook wanneer u later dan 1 juli 2023 producten op de markt brengt geldt de meldplicht. U heeft in dat geval 6 weken om deze melding te doen.
Wanneer melding is gedaan bij de overheid, moet elk jaar verslag uitgebracht worden. In dit verslag moet duidelijk worden hoe de producent de UPV-verplichtingen is nagekomen en hoeveel producten in het afgelopen jaar op de markt zijn gebracht. Ook producten die zijn geretourneerd vallen hieronder. Dit verslag moet jaarlijks voor 1 augustus zijn ingediend.
Producenten moeten zorgdragen voor een passend innamesysteem voor textielproducten. Dit moet het gehele jaar beschikbaar zijn en mag niet worden beperkt tot gebieden waar het beheer het meest kostenefficiënt is. Ook moet het innamesysteem gratis zijn voor degenen die textielproducten willen afdanken.
Hiernaast moeten producenten maatregelen treffen voor het gebruik van gerecyclede grondstoffen in de eigen producten. De wet schrijft voor welke percentages van het gewicht van het verkochte textiel geschikt moeten zijn gemaakt voor:
Deze percentages lopen geleidelijk op van 2025 tot 2030. Iedere afzonderlijke producent dient aan deze percentages te voldoen en dient dit dus ook te kunnen bewijzen.
Omdat het voor individuele producenten niet eenvoudig is om aan de verplichtingen op basis van het besluit UPV te voldoen, kunnen producenten er ook voor kiezen om mee te doen aan een collectieve aanpak. Dit kan door zich aan te sluiten bij een producentenorganisatie. Deze organisatie is dan namens de producent verantwoordelijk voor het voldoen aan de verplichtingen. Deze organisatie neemt de meldplicht, inzamelingsverplichtingen over en zorgt ervoor dat er voldoende gerecycled en hergebruikt wordt. Op dit moment is er één producentenorganisatie die zulke diensten aanbiedt, Stichting UPV Textiel, een samenwerking van de brancheorganisaties Modint en INretail.
Heeft u vragen over juridische kwesties betreffende mode en luxury of retail? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen:
Een nieuwe verordening van de EU verplicht iedereen die cultuurgoederen in de EU wil invoeren om over een invoervergunning te beschikken of een importeursverklaring in te dienen. Wanneer is welk document nodig? En wat zijn de gevolgen hiervan voor kunsthandelaren, galeries, veilinghuizen en verzamelaars, zowel binnen als buiten de EU?
Een belangrijk middel om te voorkomen dat een opdrachtovereenkomst toch een arbeidsovereenkomst blijkt te zijn is het gebruiken en correct uitvoeren van de modelovereenkomsten op de site van de Belastingdienst. Per 1 januari 2024 vervallen echter alle modellen die geheel of gedeeltelijk uitgaan van de mogelijkheid van vervanging. Wat betekent dit voor opdrachtgevers en opdrachtnemers?
De WHOA maakt het makkelijker voor een bedrijf dat failliet dreigt te gaan om een faillissement te voorkomen. Dat kan door een bindend akkoord met alle schuldeisers, ook als zij niet allemaal met het akkoord instemmen. Welke rechten hebben schuldeisers in de WHOA-procedure?
Op 12 juni 2023 is de nieuwe Verordening Productveiligheid in werking getreden. Per 13 december 2024 moeten producten aan deze verordening voldoen. Welke gevolgen heeft de nieuwe productveiligheidsverordening? En welke ondernemers moeten nu al maatregelen gaan nemen?
Gebouwen kunnen tijdloos zijn, maar eens in de zoveel tijd zullen er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om verval te voorkomen. Huurder en verhuurder hebben verschillende rechten en plichten al naar gelang de werkzaamheden zijn aan te merken als renovatie of (dringend) onderhoud.
Het grootste verschil tussen 230a- en 290-bedrijfsruimte is de minimale termijn van de huurovereenkomst. De langere huurtermijn voor 290-bedrijfsruimte geeft detailhandel en horeca meer tijd om hun investeringen terug te verdienen. Wat zijn de huurtermijnen voor de verschillende soorten bedrijfsruimte?